
Autotest – Kia Ceed Sportswagon 1.0 T-GDi (2018)
Met een fijn onderstel en veel interieurruimte

Met de kwaliteit zit het al jaren goed, maar de nieuwe Kia Ceed Sportswagon bewijst dat de producent nu heel goed aanvoelt waarmee je in Europa punten scoort.
Fotografie: Stefan de Haan
Statement van Kia
De Kia Ceed Sportswagon is duidelijk een statement in zijn klasse. Aan uiterlijk, comfort en ruimte is veel aandacht geschonken, waarbij sterk is gekeken naar met name Europese opponenten. Dat zijn onder meer de Volkswagen Golf, de Opel Astra en de Ford Focus.
Verrassend ruim
Direct valt de langgerekte vorm op van de Kia Ceed Sportswagon, met de schuine en vloeiend aflopende achterzijde. Bovendien is de wielbasis bovengemiddeld lang, wat per definitie een ruim interieur oplevert. Vooral achterin merk je dat. Met lange benen zit je niet snel klem.
Joekel van laadruimte
Ook de bagageruimte is behoorlijk groot. 625 liter is de inhoud en met de bank plat biedt hij 1.694 liter. De stationwagen van de Astra heeft een laadruimte van 540 liter, de Golf Variant van 605 liter en de nieuwe Ford Focus Wagon van 608 liter.
Lees ook: Kia Ceed als GT Line
Spanningsveld tussen dynamische en functioneel
Vormgeving is een kwestie van smaak. Je vindt iets mooi of niet. Het uiterlijk van de nieuwe Kia Ceed en de Ceed Sportswagon valt bij velen in de smaak, zo blijkt. De designers zitten op het spanningsveld tussen dynamisch en functioneel. Een ontwerp dat met name op de Europese markt bij een grote groep aanspreekt.
Geluiden mooi gedempt
Datzelfde spanningsveld tekent zich ook af bij het rijgedrag. Het onderstel voelt in bochten strak en stabiel aan. De Ceed Sportswagon stuurt dynamisch. De vering en schokdemping zijn soepel genoeg om kleine oneffenheden zoals op een klinkerweg goed weg te filteren. Ook rolgeluiden van banden zijn goed gedempt.
Driecilinder met pit
De 1.0 T-GDi benzinemotor is best pittig. De driecilinder met een vermogen van 88 kW (120 pk) pakt mooi op zonder trillingen. En bij wat hogere toeren is hij best vlot. Eigenlijk vlotter dan je verwacht bij een driecilinder. Ook dan bewijst zich de goede geluiddemping. Alleen bij hoge toeren hoor je de motor, maar bij constante snelheid doet hij zijn werk muisstil.

















Uitrusting bovengemiddeld compleet
Kia levert de Ceed met een compleet arsenaal aan veiligheidssystemen. Zelfs in de basisversie ComfortLine heb je al een vermoeidheidsassistent en automatisch groot licht. Zaken die bij andere merken pas bij duurdere versies zijn te vinden. De geteste DynamicPlusLine, en dat is nog lang niet de topuitvoering, had bijvoorbeeld stoel- en stuurwielverwarming. Om het nog maar niet te hebben over het audio- en navigatiesysteem met 8-inch scherm, DAB+ en compatibel met Apple Car Play en Android Auto.
Lees ook: Autotest – Kia Ceed (2018)




Conclusie
Eigenlijk valt er weinig op de Ceed Sportswagon aan te merken. De kwaliteit is prima, wat je merkt aan goede materialen en een degelijke afwerking. Dat mag en kun je verwachten van een merk dat zijn producten 7 jaar garantie geeft. Blijft er dan niets te wensen over? Het zicht schuin naar achteren valt wat tegen en de contouren laten zich lastig inschatten. Dus kies wel voor de parkeersensoren en overweeg de achteruitrijcamera. Het maakt parkeren net even makkelijker.
De Kia Ceed Sportswagen is er vanaf 23.845 euro (ComfortLine). De geteste versie komt op 27.345 euro.